De test meet de hoeveelheid FSH in het bloed. FSH (follikel stimulerend hormoon) wordt gemaakt in de hypofyse, een belangrijk orgaan in de hersenen voor het maken van hormonen. Aanmaak en werking van FSH en LH (luteïniserend hormoon) hangen nauw met elkaar samen.
Bij vrouwen spelen beide hormonen een belangrijke rol bij de groei en rijping van follikels, met daarin de eicellen, tijdens de eerste twee weken van de menstruele cyclus. In deze fase stimuleert FSH samen met LH de aanmaak van het vrouwelijke geslachtshormoon, oestradiol. Na de eisprong zorgt LH samen met FSH voor de aanmaak van progesteron. Dat zorgt uiteindelijk weer voor een remming van de aanmaak van LH en FSH, zodat aan het begin van de menstruatie alle hormonen weer in een lage concentratie aanwezig zijn. Bij zwangerschap neemt het zwangerschapshormoon hCG de stimulatie van progesteronproductie over. Progesteron is nodig voor de innesteling van de bevruchte eicel. Tijdens de overgang (menopause) neemt de werking van de eierstokken af en stijgt de hoeveelheid FSH in het bloed.
Bij mannen stimuleert FSH de aanmaak en rijping van zaadcellen. Samen met LH stimuleert het ook de aanmaak van het mannelijke geslachtshormoon testosteron. FSH is in mannen vanaf de puberteit betrekkelijk constant.