De sensitiviteit van een laboratoriumtest geeft aan hoe gevoelig deze is. Geeft het terecht een positieve uitslag voor de ziekte waarvoor gemeten wordt? Het aantal terecht positieve uitslagen zegt iets over de sensitiviteit.. Het is de verhouding tussen het aantal personen die positief scoren waarbij de door de test onderzochte ziekte of antistoffen voor een ziekte daadwerkelijk aanwezig is en het totaal van alle onderzochte personen met de ziekte, inclusief het aantal personen die negatief scoren en bij wie de ziekte toch aanwezig is. Het is dus een maat voor de gevoeligheid van de test voor de onderzochte ziekte. Hoe hoger de sensitiviteit van een test, hoe groter de kans dat iemand die de ziekte daadwerkelijk heeft een positieve testuitslag krijgt, dus weinig foutnegatieve uitslagen .
Een test kan wel een hoge gevoeligheid hebben, maar vaak vals alarm slaan. De test moet dus ook specifiek zijn, dat wil zeggen zo veel mogelijk positieve uitslag geven bij de door de test onderzochte ziekte, en zo weinig mogelijk bij afwezigheid van de geteste ziekte. Een ideale test zou een sensitiviteit van 100% moeten hebben (bij alle ziektegevallen is de test positief) en ook een specificiteit van 100% (als de ziekte afwezig is, is de test negatief). Deze 100% accurate test is de gouden standaard. In werkelijkheid is dit nooit het geval, of is zo'n test niet praktisch of te duur.