uitleg uitslag Hepatitis C – Anti-HCV
In dit artikel
Inhoudsopgave
Artikelen in deze categorie
uitleg uitslag Hepatitis C – Anti-HCV
Hepatitis C – officiële naam Anti-HCV
De test meet de aanwezigheid van antistoffen tegen het hepatitis C virus (HCV), die het lichaam aanmaakt na infectie met hepatitis C. Er zijn ook testen die het virus zelf aantonen (eiwitten of DNA van het HCV). Met deze test op het virus zelf kan de hoeveelheid van het virus worden bepaald (virale lading) en ook het type HCV (genotypering).
Hepatitis C is een virale leverontsteking. Deze vorm van hepatitis is pas eind jaren tachtig ontdekt. Veel mensen zijn besmet met het hepatitis C virus zonder het te weten. Hepatitis C is minder besmettelijk dan hepatitis A en B. Voor besmetting is bloedcontact nodig.
Risicofactoren zijn onder andere:
toediening van bloed(-producten) vόόr 1992; pas eind 1991 was er een betrouwbare bloedtest beschikbaar en werd al het donorbloed in Nederland getest op hepatitis C
gebruik van drugs via injecties; door het delen van spuitattributen zoals watjes, naalden, water etc. kan het virus worden overgedragen
bloedtransfusies, operaties, tatoeages/piercings, rituele en andere invasieve ingrepen waarbij onveilig donorbloed wordt gebruikt of niet steriel gewerkt wordt.
Een hepatitis C infectie verloopt in het begin meestal symptoomloos. De infectie gaat in de meerderheid van de gevallen (70%) ongemerkt over in een chronische vorm. Circa 20-30% van de mensen met de chronische vorm ontwikkelt leverschade (littekenweefsel) en hiervan krijgt ongeveer 2-5% per jaar leverkanker. Sommige mensen krijgen pas 20 of 30 jaar na de besmetting klachten wanneer de lever al is aangetast.
Hepatitis C is een van de meest voorkomende vormen van chronische leverontsteking. De oorzaken voor het oplopen van een infectie zijn:
• gebruik van elkaars spuiten bij injecties
• bloedtransfusies, hemodialyse en orgaantransplantaties waarbij controles niet goed worden uitgevoerd
• HCV-positieve moeders kunnen het virus overdragen tijdens zwangerschap
Als een hepatitis C infectie is vastgesteld kan de dokter met de HCV-test het effect van de behandeling volgen en oordelen of de behandeling leidt tot uitschakeling van het virus. Ook bij een milde infectie is controle op beloop van de infectie van groot belang, omdat een HCV-infectie gemakkelijk chronisch kan worden. Het is zaak dat de arts de toestand van de lever van de patiënt nauwkeurig volgt.
Negatief: Een negatieve test op antistoffen tegen HCV betekent dat het virus niet is aangetoond. Het betekent echter niet automatisch dat de patiënt niet is besmet met HCV. De antistoffen zijn namelijk niet onmiddellijk na de infectie in het bloed aan te tonen. Dat duurt enige tijd, zelfs enige maanden. Maar ze zijn daarna langdurig aantoonbaar.
Positief: De testuitslag is positief als het bloed van de patiënt de antistoffen tegen hepatitis C virus bevat of de virusdeeltjes zelf. Een positieve test betekent dat de patiënt besmet is met het hepatitis C virus. Het virus is tamelijk goed behandelbaar. Schade aan de lever is dat echter niet, daarom is het van belang de besmetting tijdig te ontdekken en te behandelen. In dat geval raakt ongeveer 50-80% van de patiënten het virus blijvend kwijt.
De test meet de aanwezigheid van antistoffen tegen het hepatitis C virus (HCV), die het lichaam aanmaakt na infectie met hepatitis C. Er zijn ook testen die het virus zelf aantonen (eiwitten of DNA van het HCV). Met deze test op het virus zelf kan de hoeveelheid van het virus worden bepaald (virale lading) en ook het type HCV (genotypering).
Hepatitis C is een virale leverontsteking. Deze vorm van hepatitis is pas eind jaren tachtig ontdekt. Veel mensen zijn besmet met het hepatitis C virus zonder het te weten. Hepatitis C is minder besmettelijk dan hepatitis A en B. Voor besmetting is bloedcontact nodig.
Risicofactoren zijn onder andere:
toediening van bloed(-producten) vόόr 1992; pas eind 1991 was er een betrouwbare bloedtest beschikbaar en werd al het donorbloed in Nederland getest op hepatitis C
gebruik van drugs via injecties; door het delen van spuitattributen zoals watjes, naalden, water etc. kan het virus worden overgedragen
bloedtransfusies, operaties, tatoeages/piercings, rituele en andere invasieve ingrepen waarbij onveilig donorbloed wordt gebruikt of niet steriel gewerkt wordt.
Een hepatitis C infectie verloopt in het begin meestal symptoomloos. De infectie gaat in de meerderheid van de gevallen (70%) ongemerkt over in een chronische vorm. Circa 20-30% van de mensen met de chronische vorm ontwikkelt leverschade (littekenweefsel) en hiervan krijgt ongeveer 2-5% per jaar leverkanker. Sommige mensen krijgen pas 20 of 30 jaar na de besmetting klachten wanneer de lever al is aangetast.
Hepatitis C is een van de meest voorkomende vormen van chronische leverontsteking. De oorzaken voor het oplopen van een infectie zijn:
• gebruik van elkaars spuiten bij injecties
• bloedtransfusies, hemodialyse en orgaantransplantaties waarbij controles niet goed worden uitgevoerd
• HCV-positieve moeders kunnen het virus overdragen tijdens zwangerschap
Als een hepatitis C infectie is vastgesteld kan de dokter met de HCV-test het effect van de behandeling volgen en oordelen of de behandeling leidt tot uitschakeling van het virus. Ook bij een milde infectie is controle op beloop van de infectie van groot belang, omdat een HCV-infectie gemakkelijk chronisch kan worden. Het is zaak dat de arts de toestand van de lever van de patiënt nauwkeurig volgt.
Negatief: Een negatieve test op antistoffen tegen HCV betekent dat het virus niet is aangetoond. Het betekent echter niet automatisch dat de patiënt niet is besmet met HCV. De antistoffen zijn namelijk niet onmiddellijk na de infectie in het bloed aan te tonen. Dat duurt enige tijd, zelfs enige maanden. Maar ze zijn daarna langdurig aantoonbaar.
Positief: De testuitslag is positief als het bloed van de patiënt de antistoffen tegen hepatitis C virus bevat of de virusdeeltjes zelf. Een positieve test betekent dat de patiënt besmet is met het hepatitis C virus. Het virus is tamelijk goed behandelbaar. Schade aan de lever is dat echter niet, daarom is het van belang de besmetting tijdig te ontdekken en te behandelen. In dat geval raakt ongeveer 50-80% van de patiënten het virus blijvend kwijt.
Reactie plaatsen