Het verschil tussen voedselallergie en voedselintolerantie

Als je last hebt van een voedselallergie dan merk je dat vaak meteen. Een opgezwollen keel, flauwvallen en andere ernstige complicaties. Voedselallergie wordt gemeten door de IgE antistoffen te bepalen.  Deze vorm van allergie komt veel minder vaak voor dan voedselintolerantie.

Voedselintolerantie is vaak veel moeilijker op te sporen, omdat het uren of zelf dagen na het eten van de voedingsstof klachten veroorzaakt. Dit wordt onderzocht door het meten van de  IgG antistoffen. IgG antistoffen  veroorzaken laaggradige ontstekingen die je conditie en gezondheid op de langere termijn aantasten.

En hoe zit het met je genetische aanleg?  Welke voedingsstoffen kun jij goed omzetten voor gebruik en welke juist niet? Dit ontdek je alleen via een DNA-onderzoek.

Bij voedselintolerantie is het moeilijk is om te achterhalen welk voedsel bij jou de klachten veroorzaakt. Dit komt omdat de klachten chronisch worden.  De symptomen treden  pas na uren, of zelfs dagen, na het eten van het voedsel, waar jij niet tegen kunt, op. Dit wordt ook wel een vertraagde voedselallergie genoemd. In het geval van IgG voedselintolerantie reageert je immuunsysteem op – normaal gesproken –  onschuldig voedsel. Dit kan laaggradige ontstekingen veroorzaken. Deze kunnen leiden tot chronische klachten en een grote impact op je gezondheid hebben.

Wat is de oorzaak?

Onverteerde eiwitten komen in je bloed. Je immuunsysteem ziet deze eiwitten als lichaamsvreemde stoffen en zet de aanval in met IgG antistoffen. Dit veroorzaakt ontstekingsreacties met een negatieve invloed op je gezondheid en prestatie. Laaggradige ontstekingen zijn totaal iets anders dan “gewone” ontstekingen. Gewone acute ontstekingen zijn goed voor je lichaam want zij lossen een infectie op. Acute, waarneembare, ontstekingen zijn  héél wat ánders dan laaggradige ontstekingen. Die zijn vaak niet zomaar op te lossen en we hebben het ook vaak niet in de gaten dát ze er zijn. Laaggradige ontstekingen, die vaak chronisch zijn,  zijn niet genezend maar juist ziekmakend. Ze kunnen de cellen en daardoor de weefsels beschadigen. Ons immuunsysteem, wat in actie komt bij een acute ontsteking, gaat ook nu aan de slag maar blijft aan het werk omdat de ontsteking chronisch is. Uiteindelijk raakt je immuunsysteem overwerkt en kan het resultaat zijn dat het lichaam zichzelf aanvalt.

Wat is het verschil tussen voedselintoleranties?

Een IgG voedselallergie, ook wel voedselintolerantie genaamd,  moet niet verward worden met een standaard voedselallergie (type 1). Als je een type 1 allergie hebt, produceert je immuunsysteem IgE antistoffen. Deze antistoffen leiden tot een onmiddellijke allergische reactie. Deze allergieën zijn veel zeldzamer. Als je deze vorm van allergie hebt ben je er meestal al mee bekend, omdat deze vorm van allergie heel acuut en heel heftig is.

Naast deze echte voedeslallergie kan er ook sprake zijn van voedselintolerantie,  de voedingstoffen waar jij niet tegen kunt noemen we jouw  trigger foods.

De constante inname van jouw ‘triggerfoods’ kan dan chronische ontstekingen veroorzaken en hiermee het niveau van TNF-alfa laten stijgen.  TNF-alfa is een eiwit dat overactief is als je  een auto-immuunziekte hebt. Door een verhoogd TNF-alfaniveau valt het afweersysteem je  lichaamseigen cellen aan en wordt je immuunsysteem aangetast.

Hierdoor kan de insuline receptor worden geblokkeerd en kun je zelfs ongevoelig worden voor het hormoon insuline: insulineresistentie genaamd. Het gevolg daarvan is dat je vet opslaat en dus dik wordt. Ook is dit dé versneller in ons verouderingsproces en heeft het zeer negatieve gevolgen voor onze gezondheid. Hierdoor kunnen koolhydraten niet volledig benut worden en niet vervoerd worden naar de spieren, wat ook de sport prestaties negatief beïnvloed.

De stoffen die ontstaan na een IgG reactie kunnen zich binden aan rode bloedlichaampjes en deze laten klonteren. Hierdoor is er minder ruimte over voor zuurstof in de rode bloedcellen, waardoor de spieren minder zuurstof krijgen en waardoor je prestaties achteruit gaan

Hoe kom je er achter?

De bloedtest “Wat mag ik Eten” helpt je bij het zoeken naar de voedingsstoffen die goed voor je zijn en het bepalen van jouw ‘triggerfoods’. Om deze triggerfoods te identificeren, analyseert het lab jouw serum bloed en bepaalt de aanwezigheid van specifieke IgG anti lichamen in een groot aantal verschillende voedingsmiddelen

Met de Watmagiketen-test kom je er achter voor welke voeding je intolerant bent. Alleen in de Watmagiketen test +IgE wordt gemeten of je ook echte acute allergien hebt. Maar welke IgE voedselintolerantie dit dan is, daarvoor moet je vervolgonderzoek doen.

IgG meet veroorzakers van  laag-gradige ontstekingen

Met de Wat Mag ik Eten testen kun je  ontdekken of een voedselintolerantie de oorzaak zou kunnen zijn van je klachten. Door middel van innovatieve en uitgebreide bloedanalyse identificeert de voedselintolerantietest de IgG-antistoffen snel en nauwkeurig. Je ontvangt een gepersonaliseerd voedingsprofiel met voeding die je wel mag eten, die je tijdelijk moet vermijden en die je op de lange termijn moet vermijden. Door deze triggerfoods te ontwijken, kunnen ontstekingen worden verminderd of zelfs helemaal verdwijnen zodat je lichaam kan herstellen.

Door je dieet zorgvuldig te plannen en voedsel waarvoor je allergisch bent te vermijden, wordt je immuunsysteem weer  beter.

Wat is het resultaat?

Vermijd de voedingstoffen waar jij allergisch voor bent en:

  • Slank af
  • Krijg meer energie
  • Zorg er voor dat je minder vocht vast houdt
  • Herstel sneller na trainen

IgG totaal of IgG4 meten?

Een voedselallergie wordt veroorzaakt door IgE antistoffen en een vertraagde voedstelallergie door IgG antistoffen.
IgG antistoffen zijn verdeelt in 4 subklassen, IgG1, IgG2, IgG3 en IgG4. IgG4 is gerelateerd aan een type 1-allergie en kan worden beschouwd als het tegengif tegen IgE antistoffen.
IgG4 is in veel lagere concentraties aanwezig in het bloed dan de andere subklassen, maar hogere waarden van IgG4 kunnen histamine vrijmaken, wat vooral symptomen bij patiënten met lage DAO-activiteit tot pseudo allergische reacties kan leiden. Daarom is het beter om ook deze voedingsmiddelen te vermijden als er een hoge reactie op IgG4 gemeten wordt. In de pre-screening worden IgG totaal en IgG4 daarom apart gerapporteerd, naar aanleiding van deze uitslag worden de vervolgtesten geadviseerd of uitgevoerd.

Op dit schema is goed te zien hoe je allergie in de tijd zich kan ontwikkelen van een IgA allergie tot een IgE allergie. In de IgG 3 en de IgG4 fase kun je al behoorlijke klachten ontwikkelen, en zo’n intolerantie hoeft zich niet te ontwikkelen tot een IgE allergie.

IgE antistoffen meten allergie

IgE staat voor immuunglobuline van klasse E. Deze antistoffen zijn betrokken bij de afweer tegen parasieten en bij allergische reacties. Een verhoogd IgE wordt dan ook gezien bij een allergische reactie of bij een infectie met parasieten.

Immunoglobulinen, ofwel antistoffen, zijn eiwitten die door de afweercellen worden geproduceerd om lichaamsvreemde stoffen op te ruimen en om infecties te bestrijden (virussen, bacteriën of parasieten). Er bestaan vijf verschillende typen immunoglobulinen: IgG, IgM, IgA, IgD en IgE. IgE’s helpt onder andere bij het bestrijden van parasieten zoals wormen. Soms schiet de verdediging van het lichaam door en wordt er niet alleen IgE gemaakt tegen indringers, maar ook tegen ongevaarlijke stoffen, ook wel allergenen genaamd, bijvoorbeeld graspollen of kattenhuidschilfers. Iemand kan een allergie ontwikkelen voor zo’n stoffen. We kunnen ook hoeveelheid IgE tegen een specifiek allergeen, bijvoorbeeld IgE tegen graspollen koemelk, kippeneiwit, soja, tarwe, pinda en vis in het bloed meten.

De referentiewaarden voor IgE zijn leeftijdsgebonden; bij volwassenen is het gehalte IgE hoger dan bij kinderen. Verder zijn de referentiewaarden afhankelijk van de gebruikte meetmethode. Een normale uitslag betekent dat het onwaarschijnlijk is dat er sprake is van een allergie veroorzaakt door IgE.

Als de hoeveelheid IgE is verhoogd kan dat passen bij de klachten van allergie, maar het komt ook voor dat de klachten (helemaal) niet passen bij de verhoogde IgE-uitslag. Daarom kan de diagnose ‘allergie’ alleen worden gesteld op basis van klachten, eventueel aangevuld met de IgE uitslag(en). Een sterk verhoogde uitslag kan passen bij het hyper-IgE syndroom (jobsyndroom) of een IgE producerend multiple myeloom (bijvoorbeeld ziekte van Kahler). In beide gevallen moet een allergie eerst worden uitgesloten.

Allergieën desensibiliseren met therapie.

Desensibiliseren is het ongevoelig maken voor bepaalde stoffen. In het geval van een allergie is dat het ongevoelig maken voor de stof waar je gevoelig voor bent, bij hooikoorts zijn dat bijvoorbeeld boom- en/of graspollen. Desensibilisatie (ook wel hypo-sensibilisatie, immunotherapie, (allergie)vaccinatiekuur, druppelkuur of injectiekuur) is een  behandeling voor bepaalde allergieën (boom- en graspollen (hooikoorts), huisstofmijt, insectensteek (wesp, bij, hommel) en soms voor kat en hond). Hiermee bestrijdt je de oorzaak van de allergie en niet alleen de symptomen zoals het geval is bij gebruik van medicijnen zoals een antihistaminicum.

Het verschil tussen Glutenintolerantie en Coeliaki

Bij de Watmagiketen testen wordt intolerantie tegen gluten gemeten. (IgG tegen gluten) glutenintolerantie. Glutenintolerantie betreft een vorm van overgevoeligheid voor gluten die omkeerbaar is, door de darmen rust te geven en te laten herstellen.  De klachten die veroorzaakt worden door voedsel waar u niet tegen kunt, kunnen variëren van: maag en darmklachten, hoofdpijn, overgewicht en huidziekten.

Bij coeliakie worden de klachten alleen maar erger naarmate je gluten blijft eten. Bij de coeliakie test worden antistoffen in het bloed tegen transglutaminase  gemeten. De meeste medische specialisten  gaan er van uit dat de beste test is om coeliakie vast te stellen bestaat u  3 analyses die worden gedaan middels een bloedonderzoek:

  • transglutaminase (tTG), weefsel-(IgA) serum
  • transglutaminase (tTG), weefsel-(IgG) serum
  • IgA serum

Coeliakie komt vaker voor dan tot nu toe gedacht.
Meer dan de helft van de coeliakiepatiënten heeft niet met het klassieke beeld van diarree. Er kan ook sprake zijn van bloedarmoede en verminderde botdichtheid.

Coeliakie is een chronische darmziekte die geïnduceerd wordt door een overgevoeligheid voor de opslageiwitten van graan (gluten). De overgevoeligheid betreft met name het gluten van verwante soorten als tarwe, gerst en rogge, maar niet van haver, rijst of maïs. Coeliakie is altijd beschouwd als een vrij zeldzame aandoening, maar door de ontwikkeling van bloedtests blijkt het veel vaker voor te komen.

Bij jonge kinderen is de typische presentatie in de vorm van diarree en een opgezette buik. Ook is er achterstand in groei. Braken, anorexia en obstipatie kunnen echter ook de eerste symptomen zijn.

Bij volwassenen is het beeld minder uitgesproken. Bij chronische diarree, winderigheid en gewichtsverlies kun je aan coeliakie denken. Maar van de coeliakiepatiënten heeft meer dan 50% geen diarree maar mildere klachten zoals buikpijn. Van de patiënten die geen buikklachten hebben, blijken de meeste bloedarmoede te hebben. andere gevolgen kunnen zijn: verminderde botdichtheid, onvruchtbaarheid, neurologische symptomen (spierziekten, dronkenmansloop of epilepsie) of dermatitis herpetiformis (jeukende huid) . Coeliakie is geassocieerd met aandoeningen als diabetes mellitus type 1, het Down-syndroom, en schildklieraandoeningen.

Om te testen of je coeliakie hebt doe je deze test:

Lactose Intolerantie

Om lactose te kunnen verwerken in je lichaam heb je een soort DNA schaartje nodig die de lactose in twee stukken kan knippen om te verwerken. De evolutie heeft er voor gezorgd dat wij deze eigenschap verliezen als we ouder worden. Alleen baby’s hebben tenslotte van oorsprong melk nodig om te groeien.  Deze eigenschap, dat volwassenen niet tegen melk kunnen,  heeft de gehele mensheid uit de oertijd meegekregen. Alleen een stam uit Scandinavië  kon wel tegen lactose. Toen er schaarste en hongersnood kwam wisten zij door deze genmutatie te overleven. Als je als volwassenen wel tegen melk a kunt dan stam je dus waarschijnlijk van deze scandinaviërs af. Net zo als 75% van de Europese bevolking. (2/3 van de rest van de wereld kan niet tegen lactose)

Lactose intolerantie kan worden gemeten door gericht DNA onderzoek, maar beter kun je eenmalig al je erfelijke aanleg voor voeding vastleggen middels een DNA voedings onderzoek.

Als je bij de watmagiketen pre-screen test (€59,-) een reactie geeft op melk , kun je overwegen om een wat-mag-ik-eten-melk-en-eierenscreening/   te doen als vervolg test om te zien wat je behalve melk wel mag eten . Dit kan binnen een maand uit hetzelfde bloed, dus je hoeft niet opnieuw te prikken. De voedingsstoffen die dan in kaart gebracht worden zijn

De volgende 24 voedingsmiddelen worden in de melk/eieren screening getest: alpha-lactalbumine, beta-lactoglobuline, Camembert, Edammer kaas, Emmentaler kaas, roomkaas, Goudse kaas, Tilsiter kaas, parmezaanse kaas, mozzarella (buffelmelk), eigeel (kip), eiwit (kip), kwartelei, ovalbumine, ovomucoide, yoghurt (magere), kwark, slagroom (zoet), wei, schapenkaas, schapenmelk, paardenmelk, geitenkaas en geitenmelk.

Toch altijd fijn om te weten dat je niet lactose intolerant bent en je kaasjes dus niet hoeft te laten staan, maar alleen geen melk kunt verdragen.

DNA onderzoek 

Het is ook mogelijk om middels een DNA onderzoek in kaart te brengen welke voedingsstoffen goed voor jou zijn, welke je zou moeten aanvullen middels supplementen en  welke stoffen je zou moeten vermijden.

  • Hoe kunt u met persoonlijk voeding op basis van uw DNA-profiel  20 metabole problemen voorkomen?
  • Wat is de beste manier om je homocysteïne,  triglyceriden en cholesterol levels goed te  houden ?
  • Is  bij jou vitamine B2 effectief om homocysteïne te verminderen?
  • Hoe sterk is de verdediging van uw lichaam tegen oxidatieve stress?
  • Hoe kun je je lichaam helpen om te vechten tegen vrije radicalen?
  • Kan je lichaam co-enzym Q10 omzetten in een actieve vorm?
  • Hoe snel wordt cafeïne afgebroken en wat voor invloed heeft dat op je voeding?
  • Is je behoefte aan ijzer verhoogd of moet je ijzerhoudend voedsel vermijden?
  • Haal jij genoeg calcium uit een standaard dieet?
  • Hoe kun je de kwaliteit van je gewrichten verbeteren door gerichte voeding?
  • Welke voedingsmiddelen moet je vermijden omdat je deze  slechte  kunt verteren?
  • Aan welke voedselingrediënten zou je de voorkeur  moeten geven?
  • Welke hoeveelheid van meer dan 18 verschillende vitaminen en mineralen worden aanbevolen op basis van jouw persoonlijk DNA profiel?
  • Hoe moet uw persoonlijk  voedingsplan worden samengesteld op basis van uw DNA-profiel

Meer hierover lees je op

https://bloedwaardentest.nl/dna-expert-voeding/