Hashimoto en het immuumsysteem
Het immuunsysteem is een verdedigingsmechanisme dat ons beschermt tegen ongewenste binnendringers zoals bacteriën, virussen en infecties, maar óók wordt ingezet om afvalstoffen en beschadigde of zieke lichaamscellen op te ruimen. Bij mensen met een auto-immuunziekte gaat er iets mis: de verkeerde cellen worden opgeruimd.
Het immuunsysteem in actie
Het immuunsysteem is complex. Er zijn veel spelers bij betrokken. Als een van deze spelers overspannen raakt en fouten gaat maken, kan er van alles misgaan en kan een auto-immuunziekte ontstaan. Om het makkelijker te kunnen begrijpen vergelijken we een bacterie even met een inbreker van een bedrijfspand en de spelers van je immuunsysteem met het politiekorps.
Zodra de inbreker de woning binnengaat, wordt een belangrijk protocol opgestart, genaamd de ontstekingsreactie. Allereerst komen de bewakers in actie, de macrofagen, die de inbreker overmeesteren en alarm slaan.
De wijkagenten, genaamd T-helper cellen, arriveren op het bedrijventerrein en schatten de situatie in. Indien nodig sturen zij boodschappers op pad, genaamd cytokines, om het arrestatieteam en indien nodig ook een detective erbij te halen.
Het arrestatieteam, de T-killer cellen genaamd, schakelen de inbreker uit en de detective, de B-cel, neemt alle gegevens van de inbreker op. Omdat deze inbreker misschien nog een keer terugkomt of onderdeel uitmaakt van een georganiseerde bende, maakt de B-cel uit voorzorg vast een arrestatieposter voor deze inbreker aan. Zo kan het immuunsysteem een volgende keer de inbreker direct herkennen en uitschakelen. Deze arrestatieposter kun je vergelijken met antistoffen.
Vanuit het politiebureau houden regulatoire T-cellen toezicht op de situatie. Als het gevaar geweken is en het werk gedaan, dan sturen zij het arrestatieteam naar huis. Hiermee wordt de ontstekingsreactie afgerond.
De auto-immuunziekte
Het immuunsysteem ruimt naast indringers ook beschadigde, schadelijke of dode celresten op. Een goed werkend immuunsysteem herkent dus zowel indringers als overbodige celresten.
Een auto-immuunziekte ontstaat als er bij het opruimen van lichaamseigen celresten iets verkeerd gaat. Deze cellen worden opgeruimd, maar belanden óók op een arrestatieposter! In ons geval zijn voor TPO (Thyreoperoxidase) en TG (Thyreoglobuline) antistoffen gemaakt. Dit zijn lichaamseigen stoffen die voorkomen in de schildklier en die betrokken zijn bij de aanmaak van schildklierhormoon.
In totaal zijn er meer dan 100 auto-immuunziektes. Bekende voorbeelden zijn Hashimoto, Graves, Diabetes 1, MS, Coeliakie, Alopecia Areata en Reumatoïde artritis.
Ontstaan van een auto-immuunziekte
De wetenschap buigt zich al jaren over de oorzaken van auto-immuunziektes. Wat vooralsnog zeker is, is dat er sprake is van een genetische component. Die genetische aanleg leidt echter niet bij iedereen tot een auto-immuunziekte.
Om een gen ‘aan’ te zetten, moeten bepaalde omgevingsfactoren aanwezig zijn, waardoor het systeem fouten gaat maken. Voorbeelden van zulke triggers zijn (chronische) infecties, parasieten, virussen, schimmels, roken, hormoondisbalansen, bijnierproblemen, voedselintoleranties, zware metalen, zwangerschap, blootstelling aan chemische toxines, trauma’s en medicatie.
Om een auto-immuunziekte te ontwikkelen, is nog een derde factor van belang, namelijk een overactief immuunsysteem.
Wat alle auto-immuunziektes met elkaar gemeen lijken te hebben, is het feit dat de patiënt een lekkende darm heeft, waardoor het immuunsysteem continu actief is.
Om een auto-immuunziekte te krijgen, moet je dus:
- genetische aanleg hebben;
- zijn blootgesteld aan een trigger;
- een lekkende darm hebben.
Als een auto-immuunziekte zich eenmaal heeft laten zien, kan het gen niet meer worden uitgezet. Een auto-immuunziekte is een chronische ziekte. De kans is vrij groot dat zich na verloop van tijd een tweede of zelfs derde auto-immuunziekte ontwikkelt.
Toch is er hoop! We hebben weliswaar geen invloed op de genetische aanleg. Ook de trigger kunnen we vaak niet voorkomen. Maar door aanpassing van onze voeding en levensstijl kunnen we vaak wél de oorspronkelijke trigger weghalen en de lekkende darm helen. Hierdoor rukt het immuunsysteem minder vaak uit en kan het sneller naar huis na een inbraak.
Wat gebeurt er bij een overactief immuunsysteem?
In een gezond lichaam is het immuunsysteem alleen ‘s-nachts actief. Wanneer wij slapen patrouilleren onze immuuncellen door de bloedbaan op zoek naar bacteriën en virussen om op te ruimen. De reden waarom het immuunsysteem alleen ’s nachts werkt heeft te maken met onze energievoorraad.
Het immuunsysteem heeft erg veel energie nodig om zijn werk te kunnen doen. Wij hebben niet voldoende energie om overdag zowel onze dagelijkse activiteiten als ook ons immuunsysteem van energie te voorzien. Alleen bij een acuut gevaar van een griepvirus of een infectie zal het immuunsysteem tijdelijk overdag aan de slag gaan. Het immuunsysteem krijgt dan tijdelijk even voorrang op de energieleverantie. Als het gevaar geweken is gaat het immuunsysteem weer in ruste en krijgen de overige organen en lichaamssystemen weer de energie die zij nodig hebben om te functioneren.
Bij mensen met een auto-immuunziekte is sprake van een overactief immuunsysteem. Het gaat niet in ruste, maar blijft op de achtergrond dag en nacht actief. En omdat wij niet over voldoende energie beschikken om beide systemen tegelijkertijd te kunnen laten draaien moet ons lichaam overstappen op een alternatieve energieverdeling.
Hoe regelt jouw lichaam deze energieverdeling?
De brandstof voor al onze lichaamsfuncties en ons immuunsysteem is glucose. Een immuunsysteem in ruste heeft 5 gram glucose per nacht nodig. Een actief immuunsysteem, dat ook overdag actief is, verbruikt 300 gram glucose per etmaal.
Het immuunsysteem moet dus iets bedenken waardoor hij dagelijks zijn glucosevoorraad kan veiligstellen. Het immuunsysteem lost dit probleem op met een aantal slimme oplossingen.
- Het immuunsysteem activeert de fight-flight modus, waardoor er adrenaline wordt aangemaakt, dat vervolgens de tight junctions in de darmwand openzet. Hierdoor komt er sneller en meer glucose de bloedbaan in. (Maar tegelijkertijd ook andere ongewenste stoffen)
- Het immuunsysteem maakt je cellen minder gevoelig voor insuline, waardoor er minder glucose je cellen in kan en er meer voor het immuunsysteem beschikbaar blijft in de bloedbaan.
- Het immuunsysteem stapt over op een andere manier om energie aanmaken. Van aerobe verbranding met behulp van T3 hormoon, naar anaerobe verbranding met behulp van rT3 hormoon. Dit laatste systeem op basis van rT3 gaat razendsnel en voorziet het immuunsysteem van voldoende energie om te kunnen werken. Helaas betekent dit tegelijkertijd dat je overige lichaamsfuncties die niet van levensreddend belang zijn in de energie-winterslaapstand worden gezet. Geen energie dus voor reparatie, groei of floreren.
Hoe merk je dat jij een overactief immuunsysteem hebt?
Zolang jouw immuunsysteem actief is, zal je lichaam meer T4 omzetten in rT3. Je lichaamscellen en organen staan dan in de energie-spaarstand, waardoor zij niet op volle kracht kunnen functioneren. Hoe langer dit duurt, hoe meer klachten er ontstaan. Deze klachten komen overeen met de klachten van een trage schildklier. Velen zullen dus herkenbaar voor je zijn.
- Organen en structuren die niet noodzakelijk zijn om te overleven worden langzaam afgebroken, om gebruikt te kunnen worden voor de energieaanmaak voor het immuunsysteem. Denk aan spieren, banden, pezen, haren en nagels.
- Vitale organen worden afgeremd, zoals lever, nieren, spijsvertering, warmteregulering, geslachtsorganen.
- Hersenen zijn grootverbruikers van glucose, waardoor er problemen zoals concentratie-en geheugenproblemen, depressieve gevoelens en verslechtering van denkprocessen en leervaardigheid kan optreden.
- Je wordt insulineresistent en hebt altijd honger.
Hoe kun je meten of je een overactief immuunsysteem hebt?
Door te kijken naar de verhouding tussen je T3 en rT3 bloedwaarden. Wanneer je in verhouding te veel rT3 hebt, is er dus sprake van een actief immuunsysteem (of extreme emotionele stress) en krijgen jouw andere organen te weinig energie om te floreren en je goed te voelen.
Daarnaast meet je je schildklier-antistoffen (anti-TPO en anti-Tg) om te kijken hoeveel arrestatieposters jouw immuunsysteem heeft aangemaakt. Hoe hoger deze waarden hoe hoger de ontstekingsactiviteit in je schildklier. Deze waarden zijn bovendien een goede graadmeter om te beoordelen of al je gezondheidsinspanningen vruchten afwerpen en je immuunsysteem tot rust brengt.
Hoe breng je je immuunsysteem weer tot rust?
Om je immuunsysteem weer rustig te krijgen, waarbij het alleen ’s nachts in actie komt, moet je een aantal stappen zetten. Deze stappen zijn niet voor iedereen hetzelfde en in dezelfde volgorde. Deze stappen kunnen omvatten:
- Het sluiten van de deuren, door het repareren van de beschermende slijmlaag in de darmen.
- Het voorkomen van gaten in de darmwand door het aanpassen van voeding en het voorkomen van stress.
- Het opsporen van sluimerende infecties of virussen.
- Je lichaam ondersteunen met pre- en probiotica en bepaalde supplementen.
Meten is weten
Helaas kun je niet via elke huisarts deze bloedwaarden laten checken. Gelukkig zijn deze testen wel beschikbaar via bloedwaardentest.nl.
Je kunt zelf je maatwerk onderzoek samenstellen door deze testen in je winkelwagentje te stoppen:
1 . Voor het meten van een overactief immuumsysteem:
https://bloedwaardentest.nl/rt3-en-t3-overactief-immuunsysteem/
2. Voor het meten van antistoffen tegen de schildklierziekte hashimoto:
https://bloedwaardentest.nl/ziekte-van-hashimoto-auto-immuumziekte-schildklier/
3. Voor het meten van een cellulair immuumdefect:
https://bloedwaardentest.nl/nk-cellen-immunodifferentiatie/
4. Maakt je immuumsysteem dat je insulineresistent wordt?
https://bloedwaardentest.nl/homa-ir-suikerziekte-/
Deze bijdrage is mogelijk gemaakt door Vera Kamphorst. Zij helpt je graag verder met schildklierproblemen